Wie goed nieuws wil brengen, moet inwoner zijn.

Het Koninkrijk van God biedt ‘goed nieuws’ in tegenstelling tot het rijk van de duivel. Terwijl de duivel destructief is, brengt God liefde, rechtvaardigheid en goedheid. Jezus demonstreert de kracht van dit koninkrijk door verkondiging, genezingen en wonderen. Het Koninkrijk heeft een ‘dubbele status’: het is al aanwezig, maar nog niet volledig gerealiseerd. Geloven en leven zoals Jezus zijn noodzakelijk om inwoner van dit koninkrijk te worden. Verkondigen van het koninkrijk omvat zowel onderwijs als handelen in de wereld.

Jaarthema: Leven als Jezus (IV)

Waarom is het Koninkrijk van God ‘goed nieuws’?
Vanaf onze geboorte wonen we in het rijk van de duivel. De duivel is een kwade meester! Het doel van de duivel is om mensen te verslinden. Hij is een leugenaar en een moordenaar. Hij is als een dief, die komt om te roven, te slachten en te vernietigen. Zó is de overste van deze wereld. De duivel heeft niets goeds met ons voor.

Maar Jezus zegt: er is een ander koninkrijk dichtbij. En in dat koninkrijk heeft God het voor het zeggen. Dat is goed nieuws! In Gods koninkrijk heersen liefde, rechtvaardigheid, trouw, gerechtigheid en goedheid. Dat kun je makkelijk zeggen, maar is het ook waar? Ja. Jezus praat niet alleen over het goede nieuws, Hij laat het ook zien. Waar Jezus het koninkrijk van God openbaart, daar gebeurt van alles:  blinden zien en verlamden lopen, mensen die onrein zijn door een huidziekte worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. (Matteüs 11:5). Gods koninkrijk is machtig, onstuitbaar, zichtbaar en geweldig. Daar waar God regeert is Zijn koninkrijk aanwezig.


Kun je het koninkrijk van God nu wel of niet zien?
Vorige week schreef ik “een volgend probleem is dat het koninkrijk van God niet fysiek zichtbaar is”. En hierboven schrijf ik “Gods koninkrijk is machtig, onstuitbaar, zichtbaar en geweldig”. Ben ik even in de war? Hoe kan het koninkrijk zowel niet zichtbaar als wel zichtbaar zijn? Wie zich daar in wil verdiepen, raad ik het artikel van Gijs van den Brink aan.
Kort door de bocht komt het er op neer dat het koninkrijk van God een ‘dubbele status’ heeft. Het koninkrijk is er al, en het koninkrijk komt. Met Jezus’ komst naar de aarde is Gods licht doorgebroken in de duisternis. Jezus is overwinnaar. Hij regeert. In de persoon van Jezus, en later door de Heilige Geest, is het koninkrijk dichtbij.
Toen de farizeeën Jezus vroegen wanneer het koninkrijk van God zou komen, antwoordde Hij hun: ‘De komst van het koninkrijk van God laat zich niet aanwijzen, en men kan niet zeggen: “Kijk, hier is het!” of: “Daar is het!” Maar weet wel: het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik.’ (Lukas 17:20-21)

Niet alleen de persoon van Jezus, ook wat Hij doet laat zien dat het koninkrijk gekomen is, zoals Hij tegen de farizeeërs zegt: Maar als Ik door de Geest van God demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God bij u gekomen. (Matteüs 12:28)
Als laatste is ook Jezus’ onderwijs en het onderwijs van Zijn discipelen een openbaring van Gods koninkrijk in de werkelijkheid van het hier-en-nu.

En toch is het koninkrijk er nog niet helemaal. Jezus leert zijn discipelen en ons bidden voor de komst van Zijn koninkrijk:
Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen,
laat uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
(Matteüs 6:9b-10).
Het koninkrijk is er nog niet, Gods wil wordt nog niet volledig gedaan. Jezus zal ooit over alle volken regeren (Openbaring 15:4) en uiteindelijk, als Hij al zijn vijanden heeft verslagen, zijn koningschap aan de Vader overdragen (1Korintiërs 15:22-25). Maar zover is het nog niet, dat koninkrijk moet nog komen.

Een bekend beeld voor het koninkrijk dat er is en nog moet komen, is dit:

Generaal Eisenhower had in de Tweede Wereldoorlog twee dagen gesteld. De ene dag, de dag van de invasie, zou de Decision-day zijn (D-day). Maar na die dag zou er een lange bloedige strijd volgen, totdat de dag van de overwinning zou aanbreken: de Victory-day (V-day).

De dag waarop de Heere Jezus uitriep “het is volbracht” kun je vergelijken met de D-day: toen is het beslissende al gebeurd. De zonde is verzoend, de duivel de kop vermorzeld. Nu leven we heen naar de dag van de eindoverwinning, die je kunt vergelijken met de V-day: dan zal het ook met de ‘stuiptrekkingen’ van de boze (zwak uitgedrukt overigens) gedaan zijn. Voor ons komt het erop aan om door het geloof te leren steunen op dat “het is volbracht” om vervolgens in een levende hoop uit te zien naar de dag van “het is voltooid”. [A]
Ds. P. D. J. Buijs

Onze D-Day is geweest; vol verlangen kijken we uit naar V-Day.

Het Nieuwe Testament laat het koninkrijk van God in twee gedaanten zien: een voorlopig en nog niet volmaakt koninkrijk nu, en een volmaakt koninkrijk dat later komt.

Leven in het koninkrijk vraagt om inwoners
Al is Gods koninkrijk nu nog niet volmaakt, het is er wel! Daar waar God regeert, is Zijn koninkrijk zichtbaar. Jezus was de eerste die Gods koninkrijk in deze wereld toonde. Om te leven zoals Jezus ons heeft voorgedaan, moeten wij écht onderdeel uitmaken van het koninkrijk van God. We moeten inwoners van het koninkrijk zijn.
Dan worden niet precies hetzelfde als Jezus. Jezus heeft alle macht in hemel en op aarde. Hij is Koning Jezus. Wij zijn de onderdanen. Maar we moeten wel, net als Hij, het koninkrijk verkondigen en voorleven.

De eerste stap is om ‘inwoner’ te worden van het koninkrijk van God. Hoe word je dat? Door je te bekeren en Jezus te erkennen als jouw Koning. Pas als je jouw leven aan Hem overgeeft, als jij je bekeert en gelooft, dan ben je in staat om het koninkrijk te zien en de nabijheid van de Heer te ervaren.
Het is belangrijk om je te realiseren dat er een verschil is tussen een inwoner en een toerist. Ik ga graag op vakantie naar Zuid-Spanje. Ik ken er de weg en weet waar de winkels zijn. Ik ken mooie wandelroutes. Ik geniet van de zon en de natuur. Ik versta zelfs een paar woorden Spaans. Ben ik een inwoner van Spanje? Nee, ik ben iemand die op visite komt, een toerist. Ik ben een Nederlander. Mijn huis staat in Nederland. Ik heb een Nederlands paspoort en ik spreek vloeiend Nederlands. Wat er in Spanje gebeurt interesseert mij, maar het raakt mij veel minder dan wat er in Nederland gebeurt.

Zo is het ook met het koninkrijk van God: Bijbel lezen is belangrijk, maar dat alleen maakt je geen inwoner van het koninkrijk van God. Naar de kerk gaan is goed, maar van kerkbezoek word je geen inwoner. Een preek luisteren op YouTube is zinvol, maar het maakt je geen inwoner. Alleen bekering, geloof, overgave en gehoorzaamheid aan Jezus maakt je een inwoner van het koninkrijk van God. Zet je die stap niet, dan ben je een toerist, hoeveel Bijbel je ook leest en hoe vaak je ook naar de kerk gaat.

De tweede stap is om het koninkrijk te verkondigen. Bij ‘verkondigen’ denken wij aan preken, aan onderwijzen. Dat is een deel van het Koninkrijk. Jezus trok rond en sprak over het koninkrijk van God. Maar daarnaast liet Hij het koninkrijk zien! Hij zocht mensen op die een verlosser nodig hadden. Hij deed tekenen en wonderen om te laten zien dat het koninkrijk was aangebroken. Hij deelde gaven uit om het Koninkrijk te laten groeien. Al deze onderdelen – onderwijzen, verloren mensen zoeken, tekenen doen en het gebruiken van gaven – horen bij het verkondigen van het Koninkrijk. Als wij willen leven als Jezus, dan moet we Hem daarin volgen.

De Bijbelteksten in deze blog zijn ontleend aan de NBV21 © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2021, tenzij anders aangegeven.

Voetnoten
[A] Buijs PDJ. 3 april 2004. Het is volbracht na de opstanding. https://refoweb.nl/vragenrubriek/2613/het-is-volbracht-na-de-opstanding/. Bezocht: 3 februari 2025.

Jezus verkondigt het Koninkrijk van God

Jezus kwam om te getuigen over het koninkrijk van God. Dat God koning is, wordt door de Bijbel bevestigd. Maar voor mensen is het lastig om te zien en te erkennen dat God onze koning is. God is onzichtbaar en Zijn koninkrijk is niet aan te wijzen. Daarnaast worden we geboren in een ander koninkrijk, dat van Satan. Jezus staat op in Satans’ koninkrijk en brengt daarin het goede nieuws van het koninkrijk van God.

Jaarthema: Leven als Jezus (III)

Jezus had meer dan één reden om naar de aarde te komen
Er zijn verschillende teksten die vertellen waarom Jezus als mens naar de aarde kwam. De bekendste reden, die het Christelijk geloof uniek maakt, hebben we eerder gezien: Jezus is gekomen om te dienen en Zijn leven te geven als losprijs voor velen. Als je de evangeliën leest, dan zie je dat dit niet het enige is waarvoor Jezus is gekomen. In dit en het volgende blog kijken we naar een tweede reden.

Gekomen om het goede nieuws over het Koninkrijk van God te brengen
Jezus is in Kafarnaüm (of Kapernaüm, afhankelijk van de gebruikte Bijbelvertaling). Daar onderwijst Hij in de synagoge, waar de mensen diep onder de indruk zijn van zijn lessen. Ook geneest Jezus de zieken die bij Hem gebracht worden. Als Hij zich terugtrekt, dan gaan de mensen Hem zoeken:
Bij het aanbreken van de dag vertrok Hij [Jezus] en ging naar een eenzame plaats. De mensen gingen Hem zoeken, en toen ze Hem gevonden hadden probeerden ze Hem ervan te weerhouden bij hen weg te gaan. Maar Hij zei tegen hen: ‘Ook in de andere steden moet Ik het goede nieuws over het koninkrijk van God brengen, want daarvoor ben Ik gezonden.’ En Hij maakte dat goede nieuws bekend in de synagogen van Judea. (Lucas 4:42-44).
Jezus weigert om in Kafarnaüm te blijven, met als reden: hij is gezonden om het goede nieuws over het koninkrijk van God te brengen. Dat is de reden dat Hij spreekt in de synagogen van Judea. Jezus moet aan heel het volk vertellen over dit koninkrijk. In dit stukje gaan we dieper in op de vraag: hoe zit het met het koninkrijk van God? Wie is de koning, en waar is Zijn rijk?

Ook in de andere steden moet Ik het goede nieuws over het koninkrijk van God brengen

God, de (onzichtbare) Koning
Wij wonen in het Koninkrijk der Nederlanden. Bij een koninkrijk hoort een koning(in). Zonder vorst(in) geen koninkrijk! Wanneer Jezus spreekt over het koninkrijk van God, dan moet er dus een koning zijn. En het is duidelijk: die koning, dat is God.
Het idee van God als koning over het Joodse volk en over heel de aarde was niet nieuw voor de Joden. In een aantal Psalmen wordt de HEER bezongen als koning over de aarde (o.a. Psalm 47, 93, 97 en 103). Daarnaast presenteert God Zich in de geschiedenis van Israël als koning over Zijn volk. Wanneer het Joodse volk om een koning vraagt (1 Samuël 8 e.v.), dan krijgen ze koning Saul. God had deze vraag al voorzien, en in Deuteronomium 17 regels gegeven voor een regering door een aardse koning.  Maar Samuël verwijt het volk, net zoals God (1 Samuël 10:17-19) dat ze God als koning hebben verworpen in ruil voor een aardse koning.
Maar toen u zag dat koning Nachas van Ammon u aanviel, zei u tegen mij: “Nee, we willen een koning!” En dat terwijl toch de HEER, uw God, uw koning is. Welnu, hier is de koning die u gekozen hebt, de koning waar u om hebt gevraagd; de HEER heeft u een koning gegeven. Als u de HEER dan maar ontzag en toewijding blijft tonen, Hem blijft gehoorzamen en u niet verzet tegen zijn bevelen! Als u en de koning die over u is aangesteld de HEER, uw God, dan maar trouw blijven. (1 Samuël 12:12-14).

Het koningschap van God in het Oude Testament is wat abstract. God is koning over de hele aarde- dat staat vast – maar het zijn aardse koningen die schijnbaar regeren. Af en toe grijpt God zichtbaar in met een teken of wonder. Meestal is het de koning als ‘gezalfde van de Heer’ die het volk Israël moet leiden in afhankelijkheid van God. Wie de Bijbelboeken Koningen en Kronieken kent, weet hoe weinig dit vaak zichtbaar was. 

De aardse koning faalde vaak om het goede voorbeeld te geven en was daarmee geen beeld van het koningschap van God. Daarnaast worstelde Israël met nog een probleem: de ‘onzichtbaarheid’ van God. Alle volken om hen heen hadden godenbeelden, tastbare en zichtbare ‘goden’. Maar Israël mocht geen beeld van God maken (Exodus 20:4-6). Hij is de ongeziene God. Hoe eer je Iemand die je niet kunt zien, niet kunt aanraken, niet rechtstreeks kunt verstaan? In perioden van onzekerheid en verandering zie je dat de Israëlieten zoeken naar iets wat (be)grijpbaar is. Ze willen een God die ze tastbaar kunnen vereren. Een paar voorbeelden:
 Toen het volk merkte dat Mozes lang wegbleef en maar niet van de berg af kwam, verdrongen ze zich om Aäron en eisten van hem: ‘Maak een god voor ons die voor ons uit kan gaan, want wat er gebeurd is met die Mozes, die ons uit Egypte heeft geleid, weten we niet.’ Aäron antwoordde: ‘Neem dan uw vrouwen, zonen en dochters hun gouden oorringen af en breng die bij mij.’ Hierop deden alle Israëlieten zonder aarzelen hun gouden oorringen af en gaven die aan Aäron. Alles wat ze hem brachten smolt hij om en hij goot er een beeld van in de vorm van een stierkalf. Het volk riep uit: ‘Israël, dit is je god, die je uit Egypte heeft geleid!’ Toen Aäron zag wat er gebeurde, bouwde hij een altaar voor het beeld en kondigde hij aan dat er de volgende dag een feest voor de HEER zou zijn. (Exodus 32:1-5)

Het volk riep uit: ‘Israël, dit is je god, die je uit Egypte heeft geleid!’

Na rijp beraad besloot hij [koning Jerobeam] om twee gouden beelden te laten maken in de vorm van een stierkalf. Daarop zei hij tegen het volk: ‘U bent nu vaak genoeg op bedevaart naar Jeruzalem gegaan! Israël, dit is uw god, die u uit Egypte heeft geleid.’ Het ene beeld liet hij in Betel plaatsen, en het andere in Dan, waar het door de Israëlieten in optocht naartoe werd gebracht. Zo verviel het volk tot zonde. (1 Koningen 12:28-30)

Als het volk en Jerobeam zeggen: Israël, dit is je god, die je uit Egypte heeft geleid, dan bedoelen ze niet dat God een het gouden kalf is. Het beeld is een avatar van God, een symbool van kracht. Aäron roept een feest uit voor de HEER, maar dat feest is gericht op het gouden kalf. Al is het feest ‘voor de HEER’, ze halen God omlaag. God wordt hanteerbaar, tastbaar: mensen kunnen met hun godenbeeld doen wat ze willen.
Jerobeam gaat nog een stap verder: het beeld van god wordt een middel om politiek te bedrijven, om ervoor te zorgen dat mensen niet naar de tempel in Jeruzalem gaan. Wie een beeld van God maakt, heeft Zijn koningschap niet begrepen. God wil geëerd worden om wie Hij is, niet op basis van onze voorstelling van Hem. Wij maken geen gouden beeld meer van God, maar onze ideeën en voorstellingen over God kunnen er mijlenver naast zitten. Ooit las ik de uitspraak: ‘vertel mij over de God waar je niet in gelooft. Misschien geloof ik ook niet in Hem’. In ons denken en handelen maken we soms van God een karikatuur. Sommigen zien God als een boze, oude man op een wolk die de hele wereld haat. Anderen zien God als een soort Sinterklaas: ‘je zegt een paar gebeden, en God geeft je wat je wilt.’
Als je dit soort beelden maakt, dan is God geen koning meer. Wie Hij is en wat Hij moet doen is dan afhankelijk van ons. Onze aanbidding of afkeer van het godsbeeld bepaalt dan hoeveel eer de koning krijgt. Dat is niet de Koning die Jezus bekent komt maken! Jezus leert ons de Vader kennen, zoals Hij de Vader kent. In Jezus’ leer en leven toont God Zich als de ware Koning.

Waar is het koninkrijk van God?
Een volgend probleem is dat het koninkrijk van God niet fysiek zichtbaar is. De grenzen van het koninkrijk der Nederlanden kun je opzoeken in een atlas, of op Google Earth. Je kunt bij Vaals op het Drielandenpunt staan en zeggen: ik stap nu over de grens. Ik ga van Nederland in één stap naar Duitsland en dan naar België. Geen twijfel mogelijk. Maar waar bevindt zich het koninkrijk van God? God is koning over de hele aarde, maar waar en/of wat is het koninkrijk van God?

De oudste teksten van het Nieuwe Testament zijn geschreven in het Koinè (Grieks), en het woord voor koninkrijk is basileia. Eén van de vertalingen van basileia is ‘fysiek koninkrijk’, een land waarover een koning regeert [3]. (Basileia kan ook worden vertaald met ‘de autoriteit om te regeren’ of ‘koninklijke macht en waardigheid’, al is dat minder gebruikelijk). Maar Jezus sprak (waarschijnlijk) Aramees, en het woord dat Hij gebruikte voor koninkrijk is malkut. Dit heeft een andere betekenis dan ‘fysiek koninkrijk’. 
Malkut verwijst niet naar een geografisch gebied of rijk en ook niet naar de mensen die het rijk bewonen. Malkut verwijst eerder naar de activiteit van de koning zelf, zijn uitoefening van soevereine macht. Als je uitgaat van het woord malkut, dan kan ‘het koninkrijk van God’ ook worden weergegeven als ‘de soevereiniteit van God’ of ‘de koninklijke macht van God’. Daarmee is het koninkrijk van God de plaats waar Gods wil wordt gedaan, het gebied waarover God regeert. De grenzen van dit koninkrijk worden niet bepaald door de atlas, maar door de erkenning van God als Heer [4].

Dit lijkt een cirkelredenatie: God is koning. Een koning regeert over een koninkrijk. Het koninkrijk van God is daar waar God regeert. Zonder de zonde zou dit inderdaad een cirkelredenering zijn. In de tuin van Eden was de mens gelukkig in gehoorzaamheid aan God, de Koning. God regeerde daar. Maar toen de mens ervoor koos om ‘als God te zijn’ (Genesis 3) was dat een daad van rebellie, van ongehoorzaamheid. God bleef koning, maar Zijn heerschappij werd niet langer door de mens erkend. Er komt een nieuwe machthebber in beeld.  Paulus noemt Satan ‘de god van deze wereld’ (2 Korintiërs 4:4).

Als Satan de god van deze wereld is, dan leven alle mensen bij hun geboorte in het koninkrijk van Satan. Dit koninkrijk is het tegenovergestelde van Gods koninkrijk.  Satan kan God niet Zijn koninklijke macht ontnemen. Maar de duivel kan wel – binnen de door God gestelde grenzen – doen wat hij wil. 

De duivel is de overste van deze wereld. Dit heeft de Heer Jezus Zelf gezegd. De wereld staat dus onder zijn heerschappij. God heeft hem niet tot overste van deze wereld gemaakt. Nee, de wereld heeft zich van God, onder Wiens gelukkige heerschappij zij zich bevond, losgescheurd, en zich zó aan de satan onderworpen.
[5]

Het koninkrijk van Satan is aanwezig op de aarde. En dan komt Jezus met kracht in het koninkrijk van Satan om over een ander koninkrijk te getuigen.
Nadat Johannes gevangengenomen was, ging Jezus naar Galilea, waar Hij Gods goede nieuws verkondigde. Dit was wat Hij zei: ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en geloof dit goede nieuws.’ (Marcus 1:14-15)

Samenvatting: Jezus kwam om te getuigen over het koninkrijk van God. Dat God koning is, wordt door de Bijbel bevestigd. Maar voor mensen is het lastig om te zien en te erkennen dat God onze koning is. God is onzichtbaar en Zijn koninkrijk is niet aan te wijzen. Daarnaast worden we geboren in een ander koninkrijk, dat van Satan. Jezus staat op in Satans’ koninkrijk en brengt daarin het goede nieuws van het koninkrijk van God.

Volgende week kijken we waarom het koninkrijk van God goed nieuws is. Dan gaan we dit gedeelte ook toepassen op het jaarthema: hoe leef je als Jezus in het verkondigen van het koninkrijk.

De Bijbelteksten in deze blog zijn ontleend aan de NBV21 © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2021, tenzij anders aangegeven.

Voetnoten

[3]  Blue Letter Bible. 2024. “G932 – basileia – Strong’s Greek Lexicon (kjv)”. <https://www.blueletterbible.org/lexicon/g932/kjv/tr/0-1/> . Bezocht: 14 februari 2024
[4] Encyclopædia Britannica. 2018. “Kingdom of God | Christianity.”  <https://www.britannica.com/topic/Kingdom-of-God> . Bezocht: 14 februari 2024
[5] Voorhoeve, HC.  September 2015. “De overste van deze wereld.” <https://www.debijbelvoorjou.nl/wp-content/uploads/2015/09/De-overste-van-deze-wereld-HC-Voorhoeve.pdf>.Bezocht: 15 februari 2024