Over ziekte, demonen en wonderen van genezing

In Nederland en daarbuiten getuigen organisaties van het recht op genezing en gezondheid voor christenen, ondersteund door geloof. Dit idee omvat de overtuiging dat geloof genezing kan claimen. De Bijbel biedt echter een genuanceerder perspectief op ziekte en gezondheid, waarbij de focus ligt op geloof, bekering en gehoorzaamheid aan God. Ziekte en genezing zijn belangrijke thema’s in de Bijbel, maar het onderwijs benadrukt vooral de relatie tussen God en de mens. Bovendien wordt er een onderscheid gemaakt tussen ziekte en demonische bezetting, waarbij christenen autoriteit hebben over demonen, terwijl genezing door de Heilige Geest afhankelijk is van Gods wil.

Cursus: Zijsporen en omwegen (I)

Disclamer
De laatste jaren zijn er in Nederland (en daarbuiten) organisaties die van zich laten horen als het gaat om genezing en de Bijbel. Deze organisaties stellen dat je als christen recht hebt op genezing en lichamelijke gezondheid.  Voorbeelden van organisaties die dit leren zijn ‘Frontrunners Ministries’ en ‘One In Him Foundation’. Sommigen zeggen zelfs: “je hebt er niet alleen recht op genezing, je kunt het claimen van God. Als je maar genoeg geloof hebt, dan moet God je gezondheid schenken”. Hoe ver dit kan gaan, blijkt uit het volgende citaat:

“ De eerste stap in dit boek is beseffen hoe belangrijk geloof is en hoe het werkt. Jezus zei: ‘Jouw geloof heeft je genezen.’ Hij zei niet: ‘Jouw geluk heeft je genezen’, of  ‘Gods soevereiniteit heeft je genezen’. Volgens Jezus was genezing niet afhankelijk van Gods wil of geluk, maar van ons geloof. God had niet bepaald dat zij die dag zouden genezen. Door hun geloof hadden ze dat zelf bepaald.”
Tom de Wal [11A]

Het is daarom belangrijk om goed te bestuderen over wat de Bijbel zegt over ziekte en (wonderen van) genezing. Hebben wij inderdaad de macht om voor God te bepalen dat Hij ons vandaag moet genezen? Kunnen wij God onze wil opleggen? Of hebben de verhalen over genezing een andere focus?

Dat brengt mij bij de volgende belangrijke opmerking: in de komende lessen heb ik het over gezondheid en genezing in het licht van de Bijbel. Ik bespreek de houdbaarheid van het claimen van gezondheid. Daarmee zeg ik niets over personen die dit leren of geloven. Ik heb geen oordeel over of afkeer van welke persoon dan ook! Wat ik wel heb: een gefundeerde mening over een leer die, zoals ik in meerdere delen zal onderbouwen, een zijspoor is van de Bijbelse leer over genezing.

Genezingswonderen: hoe belangrijk zijn ze?
Ziekte en gezondheid houden mensen bezig. Want iedereen kan ziek worden. En ziek zijn heeft een grote invloed op een mens en zijn omgeving. Het is logisch en goed dat mensen gezond willen zijn. Een chronische ziekte kleurt het leven van mensen. En dus doen mensen veel om beter te worden, met wisselend succes. En zelfs wanneer iemand geneest na jarenlang ziek te zijn geweest, dan moeten ze soms ‘opnieuw leren leven’.  Zo blijft ziekte de natuurlijke mens bezighouden.

Jip Huis in ’t Veld (33) kan daarover meepraten. Op zijn 25e kreeg hij de diagnose ‘epilepsie’. Zijn aanvallen werden in de jaren daarna steeds frequenter. Werken ging niet meer. Hij probeerde van alles om aanvallen te voorkomen, zoals op tijd naar bed en stress vermijden, maar niets hielp. In juli 2021 werd hij geopereerd en sindsdien is hij aanvalsvrij. Maar omdat zijn leven en dat van zijn vriendin jarenlang volledig in het teken hadden gestaan van de aanvallen, moest hij weer ‘normaal’ leren leven en erop vertrouwen dat hij genezen was. ‘Ik moest alles opnieuw uitproberen: kon ik een wandelingetje in het bos maken? Een biertje drinken op het terras?’

Inmiddels gaat dat goed en durft hij steeds meer, maar de angst dat de aanvallen terugkomen zal altijd blijven, denkt Huis in ’t Veld. Vooral de eerste twee maanden na de operatie waren pittig, vertelt hij. Zijn medische hersteltraject werd geschat op een jaar, maar hoe lang de psychologische effecten duren, valt niet te zeggen. [12]

Hoe belangrijk is ziekte en gezondheid in de Bijbel? Er staan in het Oude Testament aanwijzingen voor de priesters om de huid te controleren en iemand ziek of gezond te verklaren. Van enkele koningen (Hizkia, Uzzia, Manasse) wordt verteld dat ze ziek waren. En Naäman ging naar Elia om te genezen van melaatsheid. Maar dit zijn korte stukken. Ze zijn belangrijk, maar vormen niet het hoogtepunt van het Oude Testament. Er is veel meer aandacht voor wie God is en voor wat Hij doet en wil. Het gaat om geloof, bekering, gehoorzaamheid aan God en leven naar Gods wil.

In het Nieuwe Testament zie je een grote opleving rond het thema ‘genezing’ in de vier evangeliën. Jezus genas veel mensen, en de evangelisten schrijven daar over. In Handelingen neemt het aantal genezingen al af, en in de brieven is er bijna geen aandacht voor genezing; alleen Jacobus 5 wordt in dit verband vaak genoemd. Waar gaat het in de brieven wel over? Wie Jezus is, want Hij doet en wil. Het gaat om geloof, bekering, gehoorzaamheid aan God, leven naar Gods wil en Jezus’ offer voor onze redding.

Leggen wij misschien teveel nadruk op genezing? Zijn we hierin nog anders dan mensen die niet geloven? Of staat ons verlangen naar lichamelijke gezondheid ons geloof, onze gehoorzaamheid aan God en leven naar Gods wil in de weg?

Staat ons verlangen naar lichamelijke gezondheid ons geloof, onze gehoorzaamheid aan God en leven naar Gods wil in de weg?

Ron Dunn [13A] wijst er terecht op dat ons mensbeeld gebaseerd is op het denken van de oude Grieken. Zij zagen de mens als afstammelingen van goden en helden, die uitmuntten in kracht en bekwaamheid. Daarom bewonderden de Grieken een goed ontwikkeld lichaam. Grieken vereerden jeugd, gezondheid en schoonheid.

De nadruk die tegenwoordig wordt gelegd op gezondheid, rijkdom en geluk is niet nieuw en ook niet bijbels. Veel waarden die we in onze ‘christelijke’ cultuur hoog houden, zijn naar hun oorsprong heidens. Het is een feit dat we veel heidense waarden als dopelingen de kerk hebben binnengebracht en ze een vooraanstaande positie hebben gegeven. We hebben bijvoorbeeld lichamelijke en materiële voorspoed tot synoniem gemaakt van het ware christelijke leven. De historicus Jasper Griffin uit Oxford wijst ons erop dat de hedendaagse verering van atleten en de populariteit van de Olympische Spelen bewijzen dat de Griekse cultuur nog steeds grote invloed uitoefent op onze wereld.  Achter de nieuwste rages schuilen de oude goden die al tweeduizend jaar in diverse vormen door de wereldse mens worden aanbeden. Dit alles is van belang voor onze studie [over ziekte, genezing en gebed]. J.I. Packer zegt: ‘We zijn geobsedeerd geraakt door gezondheid op een manier die nogal ziekelijk is, en die nooit eerder is voorgekomen – zelfs niet in het oude Sparta, waar de lichamelijke cultuur alles was. [13B]

Wat is ziekte?
Als we het gaan hebben over genezing, dan is eerst de vraag: wat is ziekte? Er is een oude definitie van de WHO die nog steeds bruikbaar is: “Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet louter het ontbreken van ziekte of gebrek”.  In gewoon Nederlands:

  • Je bent niet gezond als je het sociaal slecht hebt. De Bijbel kijkt hier anders naar. In de Bijbel is ‘sociaal welbevinden’ heel belangrijk. Zorg voor weduwen en wezen, het op tijd uitbetalen van loon, eerlijke rechtspraak: God vindt dat belangrijk. Maar als dat niet gebeurt, dan heet dat in de Bijbel geen ziekte. Een corrupte maatschappij, waarin armen, weduwen en wezen worden uitgebuit: dat wordt in de Bijbel ‘zonde’ of ‘ongerechtigheid’ of ‘onrecht’ genoemd. De Bijbel gebruikt er nooit het woord ‘ziekte’ voor. Daarom gaat we daar niet verder op in.
  • Je bent niet gezond als je lichaam ‘het niet doet zoals het zou moeten’. Dit komt overeen met wat de Bijbel over ziekte zegt.
  • Je bent niet gezond als je psychische problemen hebt. In de Bijbel kom je geen genezing van psychische ziekten tegen. Daarmee is niet gezegd dat Jezus nooit iemand heeft genezen van bijvoorbeeld depressie of schizofrenie. Het wordt alleen nergens genoemd. Wat je wel tegenkomt, is dat Jezus het mentale welzijn van mensen herstelt, omdat Hij oog heeft voor vrouwen, zondaars en tollenaars – mensen die vaak werden genegeerd.

In haar definitie heeft de WHO heeft één ding vergeten, zoals we lezen in Marcus 9:17-27. Iemand uit de menigte antwoordde: ‘Meester, ik heb mijn zoon naar U gebracht omdat hij door een geest bezeten is en niet kan praten; steeds wanneer de geest hem overweldigt, gooit die hem op de grond, en dan komt het schuim hem op de mond te staan, hij knarst met zijn tanden en wordt helemaal stijf. Ik zei tegen uw leerlingen dat ze hem moesten uitdrijven, maar dat konden ze niet.’ Hij zei tegen hen: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig volk, hoe lang moet Ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet Ik jullie nog verdragen? Breng hem bij Me.’ Ze brachten de jongen bij Hem. Toen de geest Hem zag, deed hij de jongen meteen stuiptrekken, en met het schuim op de lippen viel hij op de grond en rolde heen en weer. Jezus vroeg aan zijn vader: ‘Hoe lang heeft hij hier al last van?’ Hij antwoordde: ‘Al vanaf zijn vroegste jeugd, en hij heeft hem zelfs vaak in het vuur gegooid en in het water met de bedoeling hem te doden; maar als U iets kunt doen, heb dan medelijden met ons en help ons.’ Toen zei Jezus tegen hem: ‘Of Ik iets kan doen? Alles is mogelijk voor wie gelooft.’ Meteen riep de vader van het kind uit: ‘Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp.’ Toen Jezus zag dat er een grote groep mensen toestroomde, sprak Hij de onreine geest streng toe en zei: ‘Geest die doof en stom maakt, Ik gebied je: ga uit hem weg en keer niet meer in hem terug.’ Onder geschreeuw en met hevige stuiptrekkingen ging hij uit hem weg; de jongen bleef voor dood achter, zodat de mensen zeiden dat hij was gestorven. Maar Jezus pakte hem bij de hand om hem overeind te helpen en hij stond op.

Er zijn (ongelovige) artsen die over dit stuk hebben geschreven. Zij zeggen: die jongen had epilepsie. En inderdaad, de klachten die de vader beschrijft hebben overeenkomsten met een tonisch-clonische aanval (of grand mal epilepsie). Maar zowel de vader als Jezus zien de waarheid: de jongen is niet lichamelijk ziek. Hij is bezeten door een onreine geest. Jezus pakt daarom de oorzaak aan: die onreine geest moet eruit. Hij geneest niet als eerste het lichaam van de jongen, Jezus bevrijdt hem. Daarna was de jongen ook lichamelijk genezen, als gevolg van de bevrijding.

Betekent dit verhaal uit de Bijbel dat iedereen die ziek is, bezeten is door een boze geest? NEE! Er zijn een stuk of vijf gevallen waarin Jezus een direct verband legt tussen het hebben van een boze geest, wat zich uit door ziekte. Het is dus een mogelijkheid. Maar dit is de uitzondering op de regel. Jezus heeft heel veel mensen genezen, en meestal zie je dat de schrijvers van het evangelie onderscheid maken tussen ziekte en een boze geest. Een paar voorbeelden:

Marcus 3: 10-12  Want allerlei zieken verdrongen zich om Hem [Jezus] aan te raken, omdat Hij al veel mensen had genezen. Telkens als de onreine geesten Hem zagen, vielen ze voor Hem neer en schreeuwden: ‘Jij bent de Zoon van God!’ Maar Hij verbood hun uitdrukkelijk bekend te maken wie Hij was.

Lucas 7:21 Hij [Jezus] genas toen juist veel mensen van ziekten en allerlei aandoeningen en van kwade geesten, en Hij gaf tal van blinden het gezichtsvermogen terug.

Waarom is dit onderscheid zo belangrijk? Vanwege het verschil in aanpak. Wij hebben als christenen macht en gezag gekregen over boze geesten. Jezus is al overwinnaar, en de duivel moet wijken als Gods kinderen hem in Jezus’ naam wegsturen. Dit vraagt geloof, vasten, gebed en leiding door de Heilige Geest.
Voor het genezen van zieken krijgen we kracht.

Macht en gezag tegenover kracht
Als Jezus zijn discipelen er op uitstuurt om het Koninkrijk te verkondigen, dan geeft Hij ze twee verschillende zaken:

  • Macht en gezag over alle demonen
  • Kracht om ziekten te genezen

Macht en kracht zijn niet hetzelfde. Macht en gezag hebben te maken met verleende autoriteit. Als wij, in gehoorzaamheid aan Jezus, bidden voor bevrijding, dan doen we een beroep op de volmacht die God ons heeft gegeven. Hierover kunnen we altijd beschikken. Macht en gezag falen niet. “Jezus heeft ons de (vol)macht gegeven om in zijn naam de bevrijdende boodschap van Gods liefde naar de mensen te brengen. Wij hebben die autoriteit niet in onszelf. Deze autoriteit is aan ons gegeven.
Wanneer het over kracht gaat, dan gaat het om een gave die de Heilige Geest geeft. Het gaat hierbij niet om de gave van genezing, die aan sommige christenen wordt geschonken. Deze kracht kan de Heilige Geest aan iedere gelovige geven. Hij kan iedereen gebruiken om door Zijn kracht te genezen.
Er is wel een belangrijk verschil tussen gezag en macht aan de ene kant en kracht aan de andere kant. Gezag en macht zijn voortdurend aanwezig. We hebben het gekregen en kunnen het elk moment gebruiken.

Gods kracht daarentegen wordt geopenbaard als de Heilige Geest dat wil en goedacht. We kunnen hier niet naar eigen believen over beschikken. […]Zelfs van Jezus staat geschreven dat hij niet uit eigen kracht of beweging mensen kon genezen. Alleen als er ‘kracht des Heren’ was, kon Hij genezen (Lukas 5:17). Ook wij zijn volledig afhankelijk van de Heilige Geest, die ons helpt en leidt om de bediening van Jezus op aarde voort te zetten.”

Wilkin van de Kamp[16A]

Waarom genas Jezus zieken?
Jezus dreef niet alleen boze geesten uit, Hij genas ook duizenden mensen. Hierbij maakte hij een ziek lichaam weer beter. We kunnen niet zeggen hoe Jezus genas: de manier waarop Hij dat doet, verschilt. Maar we kunnen wel zeggen waarom Hij genas.
Jezus was met de mensen bewogen. De zieken kwamen naar Jezus om genezen te worden. Maar een andere reden, die vaker terugkomt, verdient vooral de aandacht: Toen Johannes in de gevangenis over het optreden van de messias hoorde, stuurde hij enkele van zijn leerlingen naar Hem toe met de vraag: ‘Bent U degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?’ Jezus antwoordde: ‘Zeg tegen Johannes wat jullie horen en zien: blinden zien en verlamden lopen, mensen die onrein zijn door een huidziekte worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is degene die aan Mij geen aanstoot neemt.’ (Matteüs 11 : 2-5)

Over de vraag die Johannes stelt, kun je een aparte Bijbelstudie houden. Voor deze studie is het antwoord van Jezus van belang. Als eerste verwijst Jezus naar teksten uit Jesaja[1] waaruit blijkt dat, wanneer blinden zien, doven horen, verlamden lopen en doden worden opgewekt, de beloofde redding door God gekomen is. Deze redding wordt geschonken door de Messias, de gezalfde van God. Het genezen van onreinen wordt niet genoemd als kenmerk van de messias, maar in het Oude Testament wordt wel duidelijk gemaakt dat alleen God hiervan kan genezen[2].  Als antwoord op Johannes’ vraag zegt Jezus: natuurlijk ben Ik de verwachtte Messias. Hoor en zie wat hier gebeurt. Er is er maar één die de macht heeft om deze werken te doen: de gezalfde van de HERE. En omdat Ik dit doe, is het Koninkrijk van de hemel dichtbij gekomen.

Een belangrijke reden waarom Jezus genas en demonen uitdreef, was dus om te laten zien dat Gods Koninkrijk gekomen is. Dat doet Hij met daden en met woorden. Jezus zegt tegen de leerlingen van Johannes: Zeg tegen Johannes wat jullie horen en zien. Wonderen en uitspreken van het goede nieuws gaan hand in hand.

Voorlopige conclusie
Er is een verschil tussen ziekte en demonische bezetting. We hebben macht en gezag over demonen, omdat Jezus de overwinnaar is.
God gaf Jezus -en Hij geeft ons – kracht om te genezen. Jezus kreeg die kracht niet voor niets; Zijn wonderen van genezing waren een teken dat het Koninkrijk van God dichtbij gekomen is.

Volgende keer kijken we waarom Jezus zegt dat Johannes’ leerlingen moesten overbrengen wat ze horen en zien. Is een wonder, een grootschalige genezing, niet genoeg bewijs? Daarnaast kijken we naar een paar genezingen in Handelingen. Hebben die hetzelfde doel als de genezingen die Jezus laat zien?


[1] O.a. Jesaja 26:19; Jesaja 29:18-19; Jesaja 35:3-6

[2] Voor Naäman was zijn genezing van melaatsheid het bewijs dat er maar één God is. 2 Koningen 5:15 Toen keerde hij [Naäman] met zijn hele gevolg naar Elisa terug, maakte bij de godsman zijn opwachting en zei: ‘Er is in de hele wereld geen god, behalve in Israël! Alstublieft, neemt u een geschenk van uw dienaar aan.’

De Bijbelteksten in dit blog zijn ontleend aan de NBV21 © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2021, tenzij anders aangegeven.

Voetnoten
[11] De Wal, Tom.  2021. Jezus aanraken/ 4e druk: hoe iedereen kan genezen door Jezus aan te raken. Frontrunners.
[11A] blz. 37

[12] Van Balen, E. 5 April 2023. “Genezen, en dan?”  Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2023;167:C5350.  <https://www.ntvg.nl/artikelen/genezen-en-dan?>  Bezocht: 19 juni 2024.

[13] Dunn, R. 2004. Zal God mij genezen? : over ziekte, geloof en gebed. Gideon.
[13A] blz. 63-68
[13B] blz. 68

[16]  Van de Kamp, W. 2020. Demonie & psychiatrie/ 4e druk Wilco.
[16A] blz. 127-128

Leven als Jezus is onze roeping

Jaarthema: Leven als Jezus (II)

Hoe doe je dat, leven als Jezus? In Matteüs staat een tekst die vaak het zendingsbevel wordt genoemd:
En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op [de] aarde. Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.  (Matteüs 28: 18-20, NBG-vertaling 1951)

De NBV21 zegt: ‘Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen’, maar dat is een mindere vertaling. Een discipel is veel meer dan gewoon een leerling. In zijn boek [1] legt Henk Stoorvogel het verschil tussen een leerling (iemand die interesse heeft) en een discipel goed uit.

“Rond hun zestiende konden de allerbeste [joodse jongens die konden leren] solliciteren bij een rabbi met smicha [autoriteit].[…] Het hoogste goed voor een jongen was het bereiken van de status van rabbi. Zoals vandaag de dag elk jongetje voetballer wil worden, zo was toen de algemene wens dat jongetjes het zouden schoppen tot discipel van een rabbi en misschien wel tot rabbi.

De jongens die niet tot de besten van de klas behoorden, keerden terug naar het familiebedrijf. Ze hielpen mee fruit plukken, olijven telen, koren verbouwen, huizen bouwen of vissen. Petrus en Andreas en Jacobus en Johannes hadden hun kans gemist. Zij waren niet goed genoeg geweest om aangenomen te worden door een rabbi, dus waren ze teruggekeerd naar het bedrijf van hun vader. Dat was geen schande, maar de realiteit voor het gros van de jonge mannen.

Nu kwam er echter een rabbi met smicha een kijkje nemen op hun werk en hij nodigde hen uit om hem te volgen. Zij hoefden niet te solliciteren, maar hij koos hen. De uitnodiging betrof die tot discipelschap. Het Hebreeuwse woord voor discipel is talmid. Het basisidee van de talmid is dat je wordt zoals de rabbi is. Daar draait het om. Het gaat er niet om dat je leert wat de rabbi weet, of ontdekt wat de rabbi kan. Het doel is dat je uitgroeit tot een kopie van de rabbi. Wanneer Jezus de discipelen roept, zegt hij daarmee: ‘Ik geloof dat jullie zo kunnen worden als ik!’ ”
[…]
De discipelen van Jezus wisten vanaf het begin waar zij voor tekenden, toen zij hun netten in de steek lieten. De belofte was geweldig: ‘Jullie zullen worden zoals ik ben.’ Maar de toewijding zou ook volkomen moeten zijn. Wij bieden in onze kerken ‘discipelschapscursussen’ aan, waarbij je in zeven avonden van anderhalf uur leert hoe je kunt leven als volgeling van Jezus. In de beleving van de joden uit Jezus’ tijd is dat een lachertje. Dat is geen discipelschap, maar interesse.
[…]
Discipelschap, in de ware zin van het woord, slokt een mens volledig op. Het is niet iets wat je erbij doet, of waar je af en toe aandacht voor hebt, maar iets wat elk uur van je dag kleurt. Met als het grote perspectief dat je exact zo zult worden als de rabbi. Wanneer hij de roeping van de twaalf discipelen beschrijft, zegt Marcus dat Jezus hun uitkoos ‘opdat zij bij hem zouden zijn’. Dat was het doel.”


Ergens is dit vreemd. Vorige week hebben we gezegd: ‘wij kunnen niet alles doen wat Jezus deed’. En toch belooft Jezus aan Zijn discipelen: jullie zullen worden zoals Ik ben. Hoe kan dat? Hoe kunnen we leven als Jezus zonder Hem te zijn? Is er in de Bijbel een aanwijzing te vinden hoe we in deze spagaat moeten handelen?

Jezus en zijn discipelen zijn op weg naar Jeruzalem. Jezus heeft een aantal keren verteld dat Hij in Jeruzalem zal sterven, maar het dringt niet door tot zijn volgelingen. Zij dromen nog steeds van een aardse Messias, van een koninkrijk hier-en-nu. Jezus gaat naar Jeruzalem: nù zal het gebeuren! Johannes en Jacobus proberen voor te dringen op de dingen die komen gaan. Ze vragen of zij aan Jezus’ rechter- en linkerhand mogen zitten als Hij koning is. De andere leerlingen nemen hen dat kwalijk.
Toen de andere leerlingen hiervan hoorden, namen ze het de beide broers kwalijk. Jezus riep hen bij zich en zei: ‘Jullie weten dat heersers hun volken onderdrukken en dat leiders hun macht misbruiken. Zo mag het bij jullie niet gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn, en wie van jullie de eerste wil zijn, moet slaaf van de anderen zijn – zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’ (Matteüs 20: 24-28).

Jezus doet een uitspraak, die je in twee delen kunt knippen:

  1. De Mensenzoon is niet gekomen om te gediend te worden, maar om te dienen.
  2. De Mensenzoon is gekomen om zijn leven te geven als losgeld voor velen.

De tweede uitspraak is uniek voor Jezus Zelf. Hij zegt niet dat zijn discipelen dat ook moeten doen. Zij kunnen daarin niet zo zijn als Jezus. Hij geeft zijn leven als losprijs voor velen: eenmalig, voor altijd genoeg.

Maar de discipelen, die moeten worden als Jezus, en die in Handelingen een belangrijke positie innemen, moeten wel dezelfde houding hebben die Jezus hierin heeft. Als ze belangrijk willen zijn, als ze de eerste plaats willen innemen, dan moeten ze één ding doen: dienen! Deze les is zo lastig voor de leerlingen dat Jezus die een paar dagen later nog een keer herhaalt.

In Johannes 13 lees je dat Jezus de voeten van zijn discipelen wast. Het wassen van de voeten was slavenwerk. De minste dienaar moest dit vieze karweitje doen. Het wassen van de voeten van gasten was ook een daad van gastvrijheid. Het werd niet alleen gedaan om hygiënische redenen, maar ook als een symbolische erkenning van eer en van de sociale positie van de bezoeker [2A]. Er was daarom geen rabbi die zich daartoe verlaagde. Zijn leerlingen zouden uit eerbied de voeten van de rabbi moeten wassen, niet andersom. Maar de discipelen zijn nog teveel bezig met een aards koninkrijk, met hun eigen belang. Ze gaan écht niet de minste zijn. En dus wast Jezus hen de voeten – de meerdere dient de mindere.
Toen Hij [Jezus]  hun voeten gewassen had, deed Hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb?’ vroeg Hij. ‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen Mij, en terecht, want dat ben Ik ook. Als Ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. Ik heb een voorbeeld gegeven; wat Ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen. Werkelijk, Ik verzeker jullie, een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt. (Johannes 13: 12-17)

Om uit te leggen wat Jezus deed toen hij de voeten van zijn discipelen waste, spreken theologen vaak over hoe Jezus, de belangrijkste, zichzelf vernedert.  Hij verricht een dienst die past bij een slaaf of persoon van lage rang. Als Jezus bereid is zo’n vernederend en nederig werk te doen, zouden zij die hem als Heer dienen (13:16) ook bereid zouden moeten zijn om hetzelfde en zelfs méér te doen. Zo wordt nederige dienstbaarheid in de gemeente op een radicale manier gedefinieerd als de ware aard van echte liefde.

Je kunt ook op een andere manier naar de voetwassing kijken.  Dan ligt de focus niet in de eerste plaats ligt op het zichzelf vernederen, maar eerder op de intensiteit van de liefde van Jezus. Je kijkt naar hoe ver de liefde zou gaan. Wanneer Jezus spreekt over wat hij heeft gedaan, noemt hij zichzelf geen nederige dienaar, maar “Heer en Leraar/Rabbi” (13:13). Wat hij heeft gedaan, deed hij als hun Heer en Leraar. Dat is een aanwijzing dat Jezus, als de belangrijkere persoon, niet de voeten van zijn discipelen waste om zichzelf te vernederen. Hij deed dat als de belangrijkste persoon om zijn intense liefde te illustreren. Zo’n liefde is niet gericht op het bevorderen van de eigen positie, maar op het belang van medegelovigen [2B].

Beide interpretaties van de voetwassing passen bij de gedeelten die we gelezen hebben. Leven als Jezus wil zeggen dat je uit Zijn liefde leeft. Deze liefde kun je niet voor jezelf houden. De liefde die Jezus geeft is niet ik-gericht. Jezus gaf zijn leven als losprijs voor velen, gedreven door Zijn liefde. Deze liefde was alleen maar gericht op het belang van andere mensen, op ons belang. En dan zegt Jezus: Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn, en wie van jullie de eerste wil zijn, moet slaaf van de anderen zijn (Matteüs) en Ik heb een voorbeeld gegeven; wat Ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.(Johannes).

Hiermee komen we uit de spagaat. De eerste drijfveer om iets te zijn, om iets te doen, moet liefde zijn. Je moet niet zoeken naar eer, naar aandacht, naar bewondering. Je moet iets zelfs niet alleen maar doen, omdat jij er goed in bent. Jezus zegt: doe wat Ik heb gedaan. Ik wilde datgene doen waar jullie ‘te goed’ voor waren. Niet om je de oren te wassen, maar om je ogen te openen! Als mijn liefde je ergens toe drijft, dan ben je daar niet ‘te goed’ voor.

Vraag tussendoor: Jezus zegt dat je slaaf en dienaar van de anderen moet zijn. Hoe ver gaat dit?

De uitspraak van Jezus betekent niet dat je altijd, op elk moment, klaar moet staan voor de kerk. Het betekent ook niet dat je blind moet doen wat een spreker, oudste of voorganger beweert. Jezus wil dat we discipelen zijn; we zijn geen robots zonder gevoel of verstand. Jezus werkte geen 24 uur en 7 dagen per week. Hij nam tijd om te bidden, te eten en te slapen. Wij moeten ook voor onszelf zorgen om te kunnen zijn als Jezus. Het gaat erom dat we, als Zijn liefde ons beweegt om iets te doen, volmondig ‘ja’ zeggen en Hem volgen.

Om over na te denken:

  • Ben je bereid om ‘ja’ te zeggen als Zijn liefde je in beweging zet?
  • Wat mag het je kosten om Zijn liefde te laten zien?
  • Hoe zorg je ervoor dat je, bij het volgen van Jezus, ook goed voor jezelf zorgt?

De Bijbelteksten in deze blog zijn ontleend aan de NBV21 © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2021, tenzij anders aangegeven.

VOETNOTEN

[1] Stoorvogel, H. 2015. Jezus leven / 2e druk: volgen in het ritme van de rabbi. Voorhoeve. Blz. 52-55

[2A] Watt, J. van der. 2017. “The Meaning of Jesus Washing the Feet of His Disciples (John 13).” Neotestamentica. Vol 51, No. 1,  25–39. Blz. 30 <https://doi.org/10.1353/neo.2017.0001>.
[2B] Idem, blz. 31-32.

Leven als Jezus: kan dat?

Jaarthema: Leven als Jezus (I)

In onze kerk werken we met een jaarthema. Van augustus 2022 tot en met juli 2024 was dat thema: Leven als Jezus. Nu denk je misschien: een jaarthema dat twee jaar duurde? Dat klopt! Na het eerste jaar was er nog zoveel te zeggen dat we er het tweede jaar gewoon mee doorgingen.

Leven als Jezus, waar denk je dan aan? Bij mij komen er dan snel allerlei liedjes naar boven. Zoals ‘Eén Gebed’ van Matthijn Buwalda.

Heer, ik heb maar één gebed,
Ik heb maar één gebed
Dat ik meer en meer op U ga lijken.

En U bent het waard om net als U te willen zijn.

De vraag is wel: kunnen we leven als Jezus? En wat is dat dan, leven als Jezus?

In Kolossenzen 1: 12-20 schrijft Paulus een loflied op Jezus, God de Zoon.
Breng dus met vreugde dank aan de Vader. Hij stelt u in staat om te delen in de erfenis die alle heiligen wacht in het licht. Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon, die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden.
Beeld van God, de onzichtbare, is Hij, eerstgeborene van heel de schepping: in Hem is alles geschapen, alles in de hemel en alles op aarde, het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door Hem en voor Hem geschapen.
Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem. Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk.
Oorsprong is Hij, eerstgeborene uit de dood, om in alles de eerste te zijn: in Hem heeft heel de volheid willen wonen en door Hem en voor Hem alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel, door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis.

In dit loflied wordt Jezus ‘beeld van God’ genoemd, degene ‘door wie alles is geschapen en waarin alles bestaat’. Hij is ‘oorsprong, eerstgeborene uit de dood, in alles de eerste, hoofd van de kerk’.
Dat zijn titels die wij als mens nooit kunnen krijgen. Wij scheppen niet, wij zijn niet het hoofd van de kerk. In die zin kunnen wij dus nooit ‘leven als Jezus’. 

Wat dan wel? Betekent ‘leven als Jezus’ dat we precies hetzelfde moeten doen als wat Jezus deed toen Hij als mens op aarde leefde? Laten we eens een klein lijstje maken van dingen die Jezus deed toen Hij op aarde was:

  • Jezus verbaasde op twaalfjarige leeftijd de leraren in de tempel met Zijn inzicht en antwoorden (Lucas 2: 41 – 47). In onze tijd zou dat zoiets zijn als een groep dominees en theologen verbaasd laten staan.
  • Jezus liet zich dopen in de Jordaan (Matteüs 3: 13-17; Marcus 1: 9-11 Lucas 2:21-23; Johannes 1: 29-34).
  • Jezus ging naar de woestijn om verzocht te worden door de duivel (o.a. Matteüs 4: 1-11).
  • Jezus veranderde water in wijn (Johannes 2: 1-11).
  • Jezus riep twaalf leerlingen, die Hem drie jaar lang dag-en-nacht volgden (o.a. Marcus 3: 13-19;  Lucas 5: 1-11; Johannes 1: 35-51.)
  • Jezus vergaf zonden (o.a. Lucas 5: 17-20).
  • Jezus genas zieken (o.a. Matteüs 8).
  • Jezus liet een storm in één keer bedaren (o.a. Marcus 4: 35-41).
  • Jezus wekte mensen op uit de dood (Marcus 5:35-43; Lucas 7: 11-17; Johannes 11: 1-44).
  • Jezus koos er doelbewust voor om te sterven aan het kruis (o.a. Marcus 8:31-32; Marcus 9: 30-32; Lucas 24: 5-8).
  • Door Jezus’ offer aan het kruis heeft Hij ons schoon gewassen van onze zonden (o.a. Hebreeën 9:11-10:25).

Dit is een lijst die wij niet na kunnen doen. Als ‘leven als Jezus’ betekent dat we alles moeten doen wat Jezus heeft gedaan, dan kunnen we er beter niet aan beginnen. Niemand van ons kan een ander verlossen van de zonden (en gelukkig hoeft dat ook niet!).

En toch…leven als Jezus is mogelijk! We kunnen, net als Jezus, macht en kracht ontvangen om Gods werk te doen. Vanuit Gods kracht kunnen we in ons hele leven wandelen als Hij. Paulus zegt niet voor niets in 1 Korintiërs 11:1: Dus volg mij na, zoals ik Christus navolg.
‘Leven als Jezus’ is mogelijk. Sterker nog, het is onze roeping! Volgende week kijken we daar verder naar.

Om over na te denken

  1. Wat betekent voor jou: leven als Jezus?
  2. Wat zien mensen aan je als je leeft als Jezus?

Bijbelteksten in dit blog zijn ontleend aan de NBV21 © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2021.

Welkom op Lees je Bijbel

Van januari tot en met mei 2025 heb ik het materiaal van mijn laatste cursus voor de leden van de Pinkstergemeente Jozua in Nijmegen (PGJ) op deze site gezet. Dat is nu afgerond, de hele cursus kan online gelezen worden. Ik verwacht in de toekomst vaker een cursus te geven, ook dat materiaal komt op deze site te staan.

Ik geef niet alleen cursussen in de gemeente, ik preek ook een keer of 10 per jaar. Een deel van de preken deel ik via dit blog. Het is geen letterlijke weergave, maar een samenvatting en bewerking van de preek.

Pinkstergemeente Jozua in Nijmegen

Soms ben ik aan het Bijbellezen en denk ik: hoe zit dit? Die vraag is geregeld het begin van een studie en een preek, maar niet altijd. Als ik iets tegenkom in de Bijbel wat me verwonderd, mij raakt of waarvan ik een kleine studie maak, dan kan dat zomaar op dit blog terechtkomen. Of misschien heb je een vraag over de Bijbel die je graag wilt stellen? Ik vind het leuk om dingen uit te zoeken en kennis te delen.

Ik heb grote bewondering voor mensen die stukjes in een Bijbels dagboekje schrijven. De kunst om op een A5-je iets te delen dat aanspreekt, bijblijft of activeert wil ik graag in mijn vingers krijgen. Vanaf juni 2025 ga ik daarmee oefenen, en dit blog is mijn ‘broddellapje’.

Mijn plan is om elke week op donderdag een nieuwe post te plaatsen. Dus kom geregeld langs om te lezen en te reageren.

Tot slot een paar praktische opmerkingen:

  • Wanneer ik een tekst citeer, dan is de Bijbeltekst in dit blog ontleend aan de NBV21 © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2021.
    (Soms gebruik ik een andere vertaling, dan staat dat bij de Bijbeltekst.)
  • Ben je een bezoeker van de PGJ, of ken je me persoonlijk, en wil je een digitaal of geprint exemplaar van het dictaat? Stuur me dan een privébericht.
  • Ik schrijf dit blog op een laptop, en dat is ook het beste apparaat om het blog op te lezen. Een tablet of mobiel kan wel, maar de opmaak van de site is minder.
  • Wie mij kent, weet: ik ben overtuigd christen. Vragen en reacties die duidelijk bedoeld zijn om tegen het christelijk geloof te schoppen, verwijder ik.

Heel veel plezier en een leerzame tijd op dit blog.