We zitten in een serie artikelen over de New Apostolic Reformation (NAR). Volgens deze groepering moeten er in de hedendaagse kerk vijf bedieningen aanwezig zijn: apostel, profeet, evangelist, herder en leraar. Hoe zit het met de bediening van profeet?
De visie van protestante en evangelische theologen
Bij protestante theologen zijn er twee gangbare meningen over profetie zoals deze in de Bijbel voorkomt. De eerste is om
te ontkennen dat Hij nog steeds spreekt. Dit is een vorm van theologie die cessationisme[1] wordt genoemd. Het stelt dat de bovennatuurlijke gaven van de Heilige Geest ophielden met de voltooiing van de Bijbel. Aangezien de Bijbel wordt beschouwd als de “volledige openbaring” van God voor de mens, geloven cessationisten niet dat de Heilige Geest meer bovennatuurlijke openbaring kan toevoegen buiten wat de Schriften onthullen. Ze geloven niet dat Hij spreekt”. [32]
Je kunt ook zeggen dat ze geloven dat de Bijbel het enig woord van God voor deze tijd is. Dit Woord moet worden bestudeerd en onderwezen om God te verstaan. De Heilige Geest kan mensen wel (via Bijbelteksten) inspireren tot schuldbelijdenis, vergeving, bemoediging, troost en aanbidding, maar dat doet Hij niet door hoorbaar of merkbaar te spreken.
De tweede mening, die onder sommige protestante en de meeste evangelische theologen gangbaar is, is dat profetie nog steeds voorkomt en ook belangrijk is. Er is een duidelijk verschil tussen profetie en profeten in het Oude en Nieuwe Testament. Hiervoor worden verschillende redenen genoemd:
- In de brief aan Efeze benoemd Paulus profetie als een gave die Christus na zijn hemelvaart aan de gemeente heeft gegeven; iets wat van de Oudtestamentische profeten niet gezegd kan worden [25C].
- In het Oude Testament staat nergens dat een profetie getoetst moet worden. Het woord van de Oudtestamentische profeet was een onfeilbare openbaring. Het moeten toetsen van een profetie kom je wel tegen in het Nieuwe Testament (o.a. 1 Tessalonicenzen 5:19-21). Blijkbaar kan iemand daar een fout maken in het delen van een profetisch woord, anders zou toetsen niet noodzakelijk zijn.
- Het aantal mensen dat een profetie kan en mag uitspreken is ingrijpend gewijzigd: “Onder het nieuwe verbond is er de blijvende inwoning van de Heilige Geest in de gemeente van Christus die een tempel is van de Heilige Geest, en die onder het oude verbond ontbrak. Toen werkte de Heilige Geest machtig door Zijn profeten en andere leiders van het volk , maar die werking was van voorbijgaande aard, tijdelijk.
Door de uitstorting van de Heilige Geest vindt er onder het nieuwe verbond een uitbreiding van de gave van de profetie plaats. Paulus schrijft: ‘Want gij kunt allen, de één na de ander profeteren, opdat zij allen leren en allen getroost worden’. Dit is één van de zegeningen van het nieuwe verbond. De nieuwtestamentische gemeente is niet alleen een koninklijke en priesterlijke gemeente maar ook een profetische gemeente. Heeft de opdracht tot toetsing (1 Kor. 14:29; 1 Thess. 5:21) te maken met deze ‘schaalvergroting’, met de inwoning van de Heilige Geest in de gemeente en met het profetisch karakter van de gemeente?
Ongetwijfeld hangt die opdracht ook samen met de onvolkomenheid van het christenleven en het gemeenteleven. Ons omgaan met de genadegaven van de Geest is niet volmaakt, maar gebrekkig. Van de profetie in de Bijbel geldt ‘door de Heilige Geest geïnspireerd’ (2 Tim. 3:16; 2 Petr. 1:19-21) en daarom onfeilbaar en betrouwbaar. Dit geldt niet van de mondelinge profetie in de gemeente, die door feilbare mensen wordt uit gesproken.” [33A] - Het doel van de profetie is in het Nieuwe Testament uitgebreid in vergelijking met het Oude Testament. In het Oude Testament zie je dat profetie twee functies heeft: aankondigen van oordeel bij het verlaten van God, en aankondigen van redding en heil door Gods hand. Bij dit laatste horen ook de profetieën over de geboorte, het lijden, sterven en opstaan van Jezus. In het Nieuwe Testament kom je naast profetieën van oordeel (o.a. Ananias en Saffiera) en redding (o.a. Openbaringen) ook andere vormen van profetie tegen: woorden van een profetie zijn opbouwend, bemoedigend en troostend (1 Korintiërs 14:3-4). Ook kan het bekendmaken van de diepste betekenis van een Bijbelgedeelte en de bedoeling of het voornemen van God verkondigen een vorm van profetie zijn [21C].
In de tweede visie zijn er dus nog steeds profeten, maar is er wel een groot verschil tussen Oude en Nieuwe Testament. Waar in het Oude Testament een enkeling een onfeilbaar woord van God ontving om oordeel of heil uit te spreken, kan in het Nieuwe Testament iedereen profeteren. Profetieën in het Nieuwe Testament kunnen gaan over onheil of heil, maar zijn vaak opbeurend, bemoedigend of troostend. Een profetie die in deze tijd wordt uitgesproken, moet getoetst worden.
Wat is een profetie?
Eerst moeten we de definitie van een profetie geven, voordat we deze kunnen toetsen. Ik sluit me aan bij de definitie van Sam Storms:
“Profetie [is] het weergeven van een openbaring van God door een mens. Profetie is het in een taal vatten van iets wat God je op spontane wijze te binnen gebracht heeft.” [34A]
Belangrijk is dus dat het gaat om een spontane openbaring van God. Hierin verschilt een profetie van een preek of Bijbelstudie. Deze wordt (meestal) voorbereid en niet spontaan uitgesproken.
Storms merkt op: “Profetie zal altijd opbouwen, bemoedigen en troosten; maar niet alles wat opbouwt, bemoedigt en troost is daarmee profetie.” [34B]. Dit is een goede observatie, al moeten we ons realiseren dat een bemoediging ook een vermaning kan inhouden. Mensen kunnen, geleid door de Geest, diep geraakt worden door een Bijbelgedeelte, een lied, een gebeurtenis of een emotie. Dit geraakt worden kan zich uiten in het delen van het verkregen inzicht, de beleefde ervaring of een oproep met de gemeente. Zo delen en elkaar opbouwen en bemoedigen is waardevol en dat mag (of moet?) aangemoedigd worden. Maar dat wil niet zeggen dat degene die iets met de gemeente deelt ook aan het profeteren is. Bij een profetie gaat het echt om een openbaring. Deze valt samen met de Bijbel (zie verderop), maar gaat verder omdat ze van toepassing is op een bepaald persoon, en definieerbare groep of een specifieke gebeurtenis.
Je zou kunnen zeggen dat er drie verschillende niveaus van profeteren zijn. Op het eerste niveau herhaalt de profeet de woorden die hij of zij van God heeft gehoord. Er zijn hier maar twee opties: de profetie is waar (God heeft dit echt gezegd), of de profetie is niet waar. Er is geen tussenweg. Een voorbeeld van zo’n profetie vind je in Zacharia 1:3: Zeg nu tegen het volk: “Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Keer terug naar Mij, dan zal Ik naar jullie terugkeren – zegt de HEER van de hemelse machten.
Bij het tweede niveau is er een besluit dat door een groep Geest vervulde christenen met gebed (en vasten?) en in overeenstemming wordt genomen. Ook deze vorm van profetie heeft gezag, maar minder dan de eerste. Dit kom je tegen in Handelingen 15. Er is een vraag in hoeverre gelovigen uit de heidenen zich moeten houden aan de Joodse wetten, en deze wordt voorgelegd aan de apostelen in Jeruzalem. In hun antwoord zeggen zij: In overeenstemming met de heilige Geest hebben wij namelijk besloten u geen andere verplichtingen op te leggen dan wat strikt noodzakelijk is: onthoud u van vlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, van bloed, van vlees waar nog bloed in zit, en van ontucht. Als u zich hieraan houdt, doet u wat juist is. Het ga u goed.’ (vers 28-29)
Het derde niveau zie je in Efeziërs 1:15-17: Daarom, en ook omdat ik gehoord heb over uw geloof in de Heer Jezus en over uw liefde voor alle heiligen, dank ik God onophoudelijk voor u en noem ik u in mijn gebeden. Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader in al zijn luister, u de Geest schenken die inzicht geeft in wat geopenbaard is, opdat u Hem zult kennen. Het gaat dus om een openbaring en inzicht hierin. Tijdens een gebed of gesprek krijgen mensen een beeld, idee wat niet van zichzelf lijkt te komen. Een woord van wijsheid of inzicht of een profetie – soms ligt dit erg dicht tegen elkaar aan. Dit gaat vaak gepaard met de vraag: ‘betekent dit iets voor jou?’ Geen gezag, maar inzicht en richting.
Toetsen van een profetie
Paulus benoemt een paar keer dat een profetie getoetst moet worden. Wat zijn criteria om een valse profetie te kunnen herkennen? De volgende punten kunnen hierbij zinvol zijn:
- God verandert niet, en Zijn richtlijnen staan vast. Als een profetie ingaat tegen de Bijbel, dan komt deze profetie niet van God.
- De profeet spreekt in Gods naam en de profetie komt niet uit, dan was het geen echte profetie. In Deuteronomium 18:21-22 staat: Misschien vraagt u zich af: Hoe weten we dat een profetie niet van de HEER komt? Dit is het antwoord: als een profeet zegt te spreken in de naam van de HEER, maar zijn woorden komen niet uit en er gebeurt niets, dan is dat geen profetie van de HEER geweest. Heb geen ontzag voor een profeet die zich dat aanmatigt. Een uitzondering hierop is wanneer de uitspraak van de profeet leidt tot werkelijke verandering bij de toehoorders. Denk bijvoorbeeld aan de profeet Jona. Hij profeteerde over de ondergang van Nineve, maar toen de mensen zich bekeerden, liet God die profetie niet uitkomen.
- Het leven van de profeet is niet in overeenstemming met dat van een kind van God. Dit is geen absolute toetssteen; Bileam deed niet wat God wilde, maar heeft een schitterende Messiaanse profetie uitgesproken (Numeri 22-24). Maar in het algemeen geldt wel degelijk: aan de vruchten herkent men de boom.
- Je kunt niet op jouw eigen emotie of wensen afgaan. Als je er zelf van overtuigd bent dat God tegen je gesproken heeft, hoef je geen gelijk te hebben – maar het kan wel. Als je ‘vrede hebt’ over de boodschap die je hebt ontvangen, betekent dat niet dat deze van God komt. Een gevoel van onrust is wel een signaal om nog eens goed naar de boodschap te kijken.
- Je hoeft een vermoedelijke profetie niet alleen te toetsen. Deel deze met volwassen medechristenen en vraag hun mening. En vanzelfsprekend kun je God om een bevestiging vragen.
Wanneer een (vermoedelijke) profetie in elk geval de toets van de eerste twee punten heeft doorstaan en je wilt deze delen, dan past meestal een zekere voorzichtigheid. Een uitspraak als: dit zegt de HEER van de hemelse machten geeft een zeer zware lading aan een profetie en mag alleen gebruikt als heel zeker is dat God zelf spreekt. In andere gevallen zijn formuleringen als ‘ik denk dat God wil zeggen dat….’ of ‘volgens mij heeft God mij laten zien dat …., betekent dit iets voor je?’ volgens mij meer gepast.
Door een groot deel van de kerk wordt erkend dat God nog steeds spreekt door een profetisch woord. Dit woord moet getoetst worden en de interpretatie staat onder het gezag van de Schrift.
Profeten binnen de NAR
Binnen de NAR wordt het ambt van profeet als onmisbaar gezien. ‘Goddelijke openbaring’ aan profeten bepaalt zeer veel binnen de NAR en profeten hebben een grote autoriteit. Uitspraken van profeten bepalen binnen de NAR:
– Hoe de Bijbel moet worden uitgelegd
– Wat de juiste theologische leerstellingen zijn
– Wie er zijn aangewezen als apostel, profeet, evangelist, herder en leraar
– Hoe de kerkgeschiedenis (vooral de waarde van de NAR) geïnterpreteerd moet worden [19G]
Met deze autoriteit lijken profeten binnen de NAR op oudtestamentische profeten, die met zoveel gezag spreken dat het niet opvolgen van een ‘profetisch woord’ (bijna) een zonde is. Daarbij is menselijke ervaring – wat iemand denkt te horen van de Heilige Geest – bij de NAR-profeten de leidende factor: wat God via de profeet zegt ís de waarheid. Ervaringen zijn minstens net zo belangrijk als het Woord van God, wat wordt geopenbaard in de Bijbel en door de profeten en apostelen. Hierbij wordt onvoldoende getoetst aan de Bijbel, de traditie en het gezonde verstand. [19H].
[1] Dit wordt ook wel streeptheologie genoemd [BP].
De Bijbelteksten in dit blog zijn ontleend aan de NBV21 © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2021, tenzij anders aangegeven.
Voetnoten
[19] Alblas, Hans. 2022. A Different Breed/ . Second, fully revised edition: How to Relate to the New Apostolic Reformation. Omnicus.
[19G] blz. 67
[19H] blz. 75
[21] Van Roon, A. 1976 De Brief van Paulus Aan de Epheziërs. Uitgeverij C.F. Callenbach B.V.
[21C] blz. 107
[25] Van den Berg, MR. 1981. De brief aan de Efeziërs: hoofd en lichaam. Buijten & Schipperheijn
[25C] blz. 77
[32] Gosseling, Bernd Jan. 2024. “Gods stem verstaan, de verschillende visies” <www.bjenmir.nl/om-overna-te-denken/gods-stem-verstaan-de-verschillende-visies>. Bezocht op 3 mei 2024.
[33] Geuze, M.D. 2004. Profetie: onmisbaar voor de christelijke gemeente. Gideon.
[33A] blz. 102-103
[34] Storms, Sam. 2017. God in ons midden: De gaven van de Geest in de praktijk. Haarlem: Arrowz
[34A] blz.108
[34B] blz. 97


